single.php
. . . Studerende kinderen
Je kind gaat studeren

Je kind gaat studeren

Het studentenleven is een periode vol veranderingen. Kinderen gaan nu echt op eigen benen staan. De afstand met hun ouders wordt steeds groter, zeker als kinderen op kamers gaan. Toch hebben ouders in deze fase nog steeds invloed. Ook als het gaat over alcohol- en drugsgebruik. Hoe je als ouder invloed kan uitoefenen lees je hieronder.

Praten met je studerende kind blijft belangrijk

Tijdens de puberteit hebben jullie het ongetwijfeld al over alcohol en drugs gehad. Maar ook vlak voordat je kind gaat studeren is het nuttig om het onderwerp opnieuw aan te snijden. Omdat er een nieuwe fase aanbreekt. Het leven van je kind gaat er helemaal anders uitzien. Het is meerderjarig en woont misschien zelfs niet meer thuis. Schooldagen, vriendengroepen en het uitgaansleven lijken niet meer op vroeger. Je kind zal nog meer in aanraking komen met alcohol en drugs en soms denken dat iedereen gebruikt. Toch is dat niet zo. ‘Maar’ 9% van de 16 tot en met 18-jarige mbo- en hbo-studenten heeft ooit XTC gebruikt. In de volwassen populatie van 18 jaar en ouder is dat 9,8%. Dat is goed voor je kind om te weten.

Ouders blijven in deze fase belangrijke spilfiguren. Als ouder(s) kun je je kind een veilige plek bieden, waar het over alle uitdagingen, avonturen en vergissingen kan vertellen en kan sparren.

Waar moet je op letten als je in gesprek gaat met je studerende kind?

Een open gesprek begint bij een goede relatie en vertrouwen in elkaar. Hieraan werk je door je kind te laten merken dat je hem of haar waardeert. Geef bijvoorbeeld complimentjes en spreek vertrouwen uit. Dit stimuleert zelfstandigheid en verantwoordelijkheidsgevoel. Complimentjes blijven ook beter hangen dan negatieve reacties.

Tips bij een gesprek:

  • Wees zelf eerlijk en oprecht.
  • Luister echt naar wat je kind zegt en vindt.
  • Stimuleer je kind om een eigen visie te ontwikkelen op alcohol en drugs, ook al verschilt die van de jouwe.
  • Geef gerust jouw normen en waarden mee. Dit helpt je kind bij het bepalen van eigen normen en waarden.
  • Soms moet je gewoon een grens trekken, zeker wanneer je kind nog thuis woont.
  • Laat ruimte om fouten te maken.

Heeft grenzen stellen nog steeds zin?

Je kind wordt steeds zelfstandiger, maar dat gaat niet zonder vallen en opstaan.. Juist daarom blijft het nuttig om samen afspraken te maken en je bezorgdheden en verwachtingen uit te spreken. Kinderen zullen dat altijd meenemen in de keuzes die ze maken. Wel is het meer dan ooit belangrijk om rekening te houden met de mening van je kind. Door in gesprekken jouw standpunten te vergelijken met die van je kind, laat je hem of haar nadenken over een eigen waarden- en normenkader. Bijvoorbeeld over alcohol- en druggebruik. Jullie kunnen ook samen nadenken over consequenties als je kind een keer over de schreef gaat. Het is belangrijk dat je kind weet dat het ook dan bij je terecht kan. Schiet niet in de stress, maar gebruik het als een leermoment. Motiveer je kind om na te denken hoe het zover kwam en hoe het een volgende keer te voorkomen. Op deze manier heb je nog steeds een niet te onderschatten invloed op het gedrag van je kind.

Betrokkenheid

Om zelfstandig beslissingen te kunnen nemen, heeft je kind voldoende bewegingsvrijheid en vertrouwen nodig. Dat wil niet zeggen dat je kind al helemaal los wil zijn van jou als ouder. Om eigen waarden en interesses te bepalen, over uitgaan, alcohol of drugs of over andere onderwerpen, is een veilige thuisbasis heel belangrijk. Een plek waar je kind zich geliefd en gerespecteerd voelt, en waar er interesse wordt getoond in diens leven. Zonder oordelen.

Wat als het mis gaat?

Als jij je zorgen maakt, probeer dan te achterhalen hoe dat komt. En spreek je bezorgdheden uit. Zo pikt je kind het signaal op dat jij nog steeds geïnteresseerd bent in hoe het met hem of haar gaat. En zo laat je ook de deur op een kier voor als je kind ergens over wilt praten.

Herken je één (of meerdere) van de onderstaande signalen bij je kind?

  • Ziet er bleek, onverzorgd of vermoeid uit
  • Heeft regelmatig heel kleine pupillen of juist heel wijde
  • Gedraagt zich plotseling onverschillig, egoïstisch of heel wispelturig
  • Trekt opeens veel met andere vrienden op en ziet de oude vrienden niet meer staan
  • Verwaarloost hobby’s of studie
  • Komt in geldnood of krijgt problemen met de politie
  • Heeft sterke stemmingswisselingen (agressief, depressief, uitgelaten)
  • Lijkt plotseling veel minder behoefte aan slaap te hebben of eet minder (of meer)

Deze signalen kúnnen erop wijzen dat er meer aan de hand is. Ook dan, praat erover. Stel vragen en maak duidelijk dat je je zorgen maak. Als je kind niet wil praten, zoek dan steun bij je omgeving. Of neem contact op met de huisarts of met de alcohol/drugsinfolijn. Zij kunnen helpen en meedenken over wat te doen.

Stel een vraag
Scroll naar boven