Feedback

Blowen versterkt de stemming. Iemand die al blij is, kan zich dus nog blijer gaan voelen. En iemand die down of angstig is, kan zich nog depressiever of angstiger gaan voelen.

Van blowen kan je ook misselijk worden en hoofdpijn krijgen. Blowen kan ook zorgen voor concentratieproblemen. Jongeren die regelmatig blowen, spijbelen vaker, zijn minder gemotiveerd en presteren slechter op school.

Feedback

Antwoord A is onjuist, antwoord B is juist.

Jongeren onder de 18 jaar mogen in een coffeeshop niet worden toegelaten en geen softdrugs kopen. Het kopen en gebruiken van softdrugs is ook niet legaal in Nederland. Het wordt wel gedoogd als je het rookt in een speciale rookruimte in de coffeeshop, of thuis.

Feedback

Antwoord B is juist.

Jongeren onder de 18 jaar mogen in een coffeeshop niet worden toegelaten en geen softdrugs kopen. Het kopen en gebruiken van softdrugs is ook niet legaal in Nederland. Het wordt wel gedoogd als je het rookt in een speciale rookruimte in de coffeeshop, of thuis.

Feedback

Antwoord B is juist.

Jongeren onder de 18 jaar mogen in een coffeeshop niet worden toegelaten en geen softdrugs kopen. Het kopen en gebruiken van softdrugs is ook niet legaal in Nederland. Het wordt wel gedoogd als je het rookt in een speciale rookruimte in de coffeeshop, of thuis.

Feedback

In de film kiest Mariska een onhandig moment om met Steven te praten. Steven heeft haast en Mariska is boos en reageert zonder na te denken. Het is beter als Mariska eerst wat rustiger wordt. Dan is de kans groter dat Steven ook rustig blijft en wil meewerken.

Feedback

Antwoord A is onjuist, antwoord C is juist.

Mariska blijft inderdaad rustig, maar ze besluit ook om het gesprek met Steven uit te stellen. Het gesprek komt nu niet uit, omdat Steven haast heeft. Praten gaat beter als iedereen tijd heeft en rustig is.

Feedback

Antwoord B is onjuist, antwoord C is juist.

Mariska heeft geen goed moment gekozen, want Steven moet snel naar voetbaltraining. Het goede antwoord is daarom C. Mariska blijft rustig en ze besluit om het gesprek met Steven uit te stellen. Praten gaat beter als iedereen tijd heeft en rustig is.

Feedback

Antwoord C is juist.

Mariska blijft inderdaad rustig, maar ze besluit ook om het gesprek met Steven uit te stellen. Het gesprek komt nu niet uit, omdat Steven haast heeft. Praten gaat beter als iedereen tijd heeft en rustig is.

Feedback

Antwoord A is onjuist, antwoord B is juist.

Het is vervelend dat Steven te laat thuiskomt, maar het is handiger om één probleem tegelijkertijd aan te pakken. Het is verstandig nu eerst alleen over blowen te praten.

Feedback

Antwoord B is juist.

Het is vervelend dat Steven te laat thuiskomt, maar het is handiger om één probleem tegelijkertijd aan te pakken. Het is verstandig nu eerst alleen over blowen te praten.

Feedback

Antwoord A is onjuist, antwoord C juist.

Mariska is veel te lang aan het woord. Dit irriteert Steven en daardoor verslechtert de sfeer. Als je met je kind praat, kun je dat beter kort en duidelijk doen.

Feedback

Antwoord B is onjuist, antwoord C juist.

Mariska is veel te lang aan het woord. Dit irriteert Steven en daardoor verslechtert de sfeer. Als je met je kind praat, kun je dat beter kort en duidelijk doen.

Feedback

Antwoord C is juist.

Mariska is veel te lang aan het woord. Dit irriteert Steven en daardoor verslechtert de sfeer. Als je met je kind praat, kun je dat beter kort en duidelijk doen.

Feedback

Antwoord D is onjuist, antwoord C juist.

Mariska is veel te lang aan het woord. Dit irriteert Steven en daardoor verslechtert de sfeer. Als je met je kind praat, kun je dat beter kort en duidelijk doen.

Feedback

Mariska kan het korter houden door bijvoorbeeld zinnen 3 en 5 weg te laten. Ze kan beter ook niet drie waarom-vragen (zinnen 7, 8 en 9) achter elkaar stellen.

Mariska kan beter vragen wat Steven gisteren aan het doen was. Daardoor krijgt hij de kans zijn verhaal te vertellen. In plaats van veel waarom-vragen te stellen, kunnen Rob en Mariska zich ook beter richten op hoe ze kunnen voorkomen dat Steven in de toekomst weer gaat blowen.

Feedback

Antwoord A is onjuist.

In aanpak A begint Rob over iets van vroeger. Hij zegt: ‘Het is weer net als vorig jaar met dat gerook van je’. Het is beter om met je kind te praten over wat er nú moet veranderen.

Aanpak C is het beste.

Hierin zegt Rob: ‘Ik begrijp best dat je geen zin hebt om erover te praten, maar wij willen gewoon weten of er iets is, of we ons zorgen moeten maken’. Zo laat Rob merken dat hij Steven begrijpt. Als een kind zich begrepen voelt, zal hij of zij eerder meewerken.

Feedback

Antwoord B is onjuist.

In aanpak B beschuldigen Rob en Steven elkaar. Rob zegt: ‘Jij verzwijgt altijd wat voor ons’ waarop Steven zegt: ‘Ja maar ik mag ook nooit wat van jullie’. Het heeft geen zin om elkaar de schuld te geven. Daar komt vaak ruzie van.

Aanpak C is het beste.

Hierin zegt Rob: ‘Ik begrijp best dat je geen zin hebt om erover te praten, maar wij willen gewoon weten of er iets is, of we ons zorgen moeten maken’. Zo laat Rob merken dat hij Steven begrijpt. Als een kind zich begrepen voelt, zal hij of zij eerder meewerken.

Feedback

Antwoord C is juist.

In aanpak C zegt Rob: ‘Ik begrijp best dat je geen zin hebt om erover te praten, maar wij willen gewoon weten of er iets is, of we ons zorgen moeten maken’. Zo laat Rob merken dat hij Steven begrijpt. Als een kind zich begrepen voelt, zal hij of zij eerder meewerken.

Feedback

Je kind is 11 jaar of jonger

Op de basisschool vinden de meeste kinderen roken stinken en alcohol vies. Dat kan snel verandert als ze naar de middelbare school gaan. Het is gesprek over roken en blowen aangaan en regels stellen erover kan je het beste doen voordat het kind nieuwsgierig ernaar wordt.

Feedback

Je kind is 12 of 13 jaar

Als je kind in groep 8 of de brugklas zit, is het goed om met je kind te praten over roken en alcohol. Op de basisschool vinden de meeste kinderen roken stinken en alcohol vies. Maar dat verandert snel op de middelbare school. Praat daarom met je kind over de risico’s van roken en alcohol en maak hierover afspraken. Kinderen vinden de mening van hun ouders belangrijk.

• Zeg dat je het belangrijk vindt dat hij of zij niet gaat roken, ook als je zelf rookt.
• Stel het drinken van alcohol door je kind zo lang mogelijk uit, in ieder geval tot 18 jaar.

Praten over blowen kan vaak nog even wachten. Dat gaat meestal pas spelen vanaf 14 jaar. Tenzij je natuurlijk merkt dat het bij jouw kind nu al speelt!

Feedback

Je kind is 14 of 15 jaar

Pubers zijn nieuwsgierig en proberen graag nieuwe dingen uit. Op deze leeftijd gaan dan ook steeds meer kinderen roken en drinken. Ook wordt er vanaf deze leeftijd door sommigen geëxperimenteerd met blowen. Het is daarom belangrijk om met je kind te praten over de risico’s en afspraken te maken. Want ook pubers vinden de mening van hun ouders belangrijk.

• Zeg dat je het belangrijk vindt dat hij of zij niet gaat roken, ook als je zelf rookt.
• Stel het drinken van alcohol door je kind zo lang mogelijk uit, in ieder geval tot 18 jaar.
• Zeg duidelijk tegen je kind dat je niet wilt dat hij of zij blowt.

Regels stellen en je mening geven werken het beste als je kind nog niet gerookt of gedronken heeft. Heeft hij of zij het weleens uitgeprobeerd? Ook dan is het belangrijk om met hem of haar te praten over de risico’s en afspraken te maken.

Feedback

Je kind is 16 of 17 jaar

Pubers zijn nieuwsgierig en proberen graag nieuwe dingen uit. Als je kind dichter in de buurt van de 18 jaar komt is het nogsteeds belangrijk om over jullie afspraken te blijven praten. Want ook pubers vinden de mening van hun ouders belangrijk.

• Zeg dat je het belangrijk vindt dat hij of zij niet gaat roken, ook als je zelf rookt.
• Stel het drinken van alcohol door je kind zo lang mogelijk uit, in ieder geval tot 18 jaar.
• Zeg duidelijk tegen je kind dat je niet wilt dat hij of zij blowt.

Regels stellen en je mening geven werken het beste als je kind nog niet gerookt of gedronken heeft. Heeft hij of zij het weleens uitgeprobeerd? Ook dan is het belangrijk om met hem of haar te praten over de risico’s en afspraken te maken.